Woningbouwimpuls: cofinanciering is sigaar uit eigen doos

De VNG stelt in reactie op de wijziging van de woningbouwimpulsregeling de financiering ter discussie. Ook het maximeren van het aantal aanvragen per gemeente en de knip tussen grote en kleine gemeenten draagt volgens de VNG niet bij aan een versnelling van de woningbouwopgave.

Bezwaren tegen financiering woningbouwimpuls

De middelen in het fonds zijn door het kabinet uit het gemeentefonds gehaald en worden dus nu weer verdeeld over gemeenten. Daarbovenop komt dat gemeenten ook nog eens de helft moeten cofinancieren. Daarmee is het in feite een sigaar uit eigen doos, die voor de helft ook nog zelf betaald moet worden. Bovendien blijft er de kans, met een flinke administratieve last, dat de aanvraag van een gemeente niet gehonoreerd wordt omdat een andere gemeente een betere aanvraag heeft ingediend. 

De VNG constateert dat dit niet de enige regeling is die op deze wijze is vormgegeven. De gemeenten willen met de minister in gesprek over een alternatieve bekostiging van de volkshuisvestingsopgave en de gemeentelijke bijdrage daaraan.

Bevindingen Algemene Rekenkamer

Gisteren publiceerde de Algemene Rekenkamer haar bevindingen over de woningbouwimpulsregeling en concludeerde dat er niet per se meer woningen gerealiseerd zijn met de regeling. De VNG verwerpt deze conclusie. De vruchten van de woningbouwimpulsregeling zijn een kwestie van lange(re) adem. Het gaat bij deze impuls om aanvullende financiering van bouwprojecten die anders niet konden worden uitgevoerd. Met de inzet van het geld uit de woningbouwimpuls wordt de publieke onrendabele top bij (grote) woningbouwprojecten afgevangen en kunnen de projecten alsnog verder worden ontwikkeld. 

VNG herkent zich dan ook niet in het geschetste beeld dat deze projecten ook zonder de woningbouwimpuls gerealiseerd zouden zijn. Het geld is op een juiste manier ingezet om de woningbouw op lastige plekken vlot te trekken. Dat kost tijd en levert niet altijd op hele korte termijn woning op.

De kosten van het bouwen van goedkope woningen verdienen zich moeilijk terug, dus juist daarbij helpt financiering vanuit het rijk. Vooral nu rijk, provincies en gemeenten afspraken hebben gemaakt voor de bouw van 900.000 woningen, waaronder 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen. Gezamenlijk wordt erop toegezien dat er juist ook betaalbaar gebouwd gaat worden.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven