Gerelateerd nieuws

Voorspelbaar onderhoud: de kunst van het nietsdoen

Smart maintenance lijkt vaak een ingewikkelde zaak. Dat hoeft het echter helemaal niet te zijn, zo stelt Marco de Jong. Als Manager Ontwerp bij Vialis, een VolkerWessels onderneming, is zijn motto om alleen te monitoren wat je nodig hebt om de levensduur van een asset te behalen of te verlengen. Alle andere data die je verzamelt, maakt je werk onnodig ingewikkeld. Marco vertelt hoe Vialis smart maintenance simpel houdt.

De kunst van het nietsdoen. Zo noemt Marco de ideale aanpak van voorspelbaar onderhoud. Hij legt uit hoe hij dit ziet: “Als we bij Vialis een nieuw asset bouwen, stellen we altijd het einde van de levensduur vast. Daarnaast maken we een risicoprofiel van het asset: op welke storingen is de kans het grootst en hoeveel impact heeft zo’n storing? Op basis van die informatie gaan we nadenken wat we willen monitoren.”

“Het doel is om alleen te monitoren wat we écht nodig hebben. Smart maintenance is nog relatief nieuw. Ik zie daardoor vaak dat sensoren zonder specifiek doel worden bevestigd aan de asset. Dat heeft geen zin. Het is misschien handig om te weten dat er ergens een lampje kapot is, maar het is niet essentieel om het asset in bedrijf te houden. En dus is het niet nodig om het te monitoren – tenzij je er natuurlijk boetes mee kunt voorkomen. Door dit soort keuzes in de opstart- of ontwerpfase  te maken, houden we het onderhoud voor onszelf zo eenvoudig mogelijk.”

Voorspelbaar onderhoud is voor ons gebaseerd op hoe lang een asset minimaal mee moet gaan – Marco de Jong, Vialis

Vastgestelde levensduur

Cruciaal in deze aanpak is dat Vialis uitgaat van een vooraf vastgelegde levensduur van een asset vanuit de eisen of overleg met de klant. Marco: “Voorspelbaar onderhoud is voor ons gebaseerd op hoe lang een asset minimaal mee moet gaan. Is dat 10 jaar, dan baseren we ons onderhoudsplan op het zo optimaal mogelijk laten functioneren voor deze levensduur van de assets. erop om de assets voor deze levensduur optimaal te laten functioneren. Het doel is altijd om de vooraf vastgestelde levensduur te halen met een minimale inspanning. Daarop baseer je je keuzes voor dataverzameling en monitoring.”

“Verander je tijdens de looptijd van een contract de minimale levensduur, dan moet je ook het onderhouds- en monitoringsplan aanpassen. Dit leidt namelijk tot andere kritische functionaliteiten. Bij een levensduur van 10 jaar hoef je bijvoorbeeld onderdeel X niet te monitoren, omdat je weet dat het sowieso die tijd haalt. Wil je in plaats van 10 jaar nu 15 jaar met je asset vooruit, dan moet je dit onderdeel wél monitoren en onderhouden. Anders loop je risico op falen en wordt je asset onvoorspelbaar.”

Eerst waren ontwikkeling, bouw en onderhoud drie gescheiden werelden. Die hebben we nu samengevoegd tot één team.

Werelden samenvoegen

Voorheen was het in de branche niet gebruikelijk om onderhoud al vanaf de allereerste stap in het bouwproces mee te nemen. Toen Vialis dit wel ging doen bleek dat ze hun aanpak moesten aanpassen. Marco: “Eerst waren ontwikkeling, bouw en onderhoud drie gescheiden werelden. Die hebben we nu samengevoegd tot één team. Dat team kijkt samen naar de hele levenscyclus van een asset. Dat had grote gevolgen voor de manier waarop we een project aanvliegen.”

“Onderhoudbaarheid staat nu voorop. Daarna komt bouwbaarheid en dan pas gaan we een asset ontwerpen. Daarmee is het proces volledig omgedraaid. Dit vraagt natuurlijk om een hele andere denkwijze dan we traditioneel gewend zijn. Het voordeel van Vialis is dat we alle disciplines in huis hebben. Dat maakt het eenvoudiger om te kijken naar het hele levenscyclus van een object. Zo kunnen we het onderhoud heel slim meenemen in onze productontwikkeling en de ontwerpfase, zodat het later makkelijk en efficiënt uit te voeren is.”

Denken vanuit functionaliteit

Vialis is als onderhoudsaannemer betrokken bij de CAMINO-proeftuin Salland-Twentetunnel. Marco vertelt: “De meeste assets waar smart maintenance op plaatsvindt hebben bewegende delen. Denk bijvoorbeeld aan tandwielen. Deze kun je monitoren met sensoren om te kijken of ze nog goed zijn. Maar een tunnel is een stilstaand object. Dat vraagt om een hele andere kijk. We moesten de focus op bewegende delen loslaten en volledig gaan denken vanuit de functionaliteit. Wat is er absoluut noodzakelijk om een tunnel open te houden?”

“Om dat te bepalen hebben we samen met CAMINO een risicoprofiel opgesteld. Waar de proeftuin eerst nadacht over het monitoren van de lampen en ventilatiesystemen – de ‘bewegende’ delen – bleek uit de risicoanalyse al snel dat die ondergeschikt zijn. De tunnel kan met één kapotte ventilator namelijk prima open blijven. Rijdt er een spookrijder, dan moet de tunnel meteen dicht. De systemen die dat regelen, zoals de matrixborden die het verkeer laten weten dat de tunnel dicht is, zijn daarom essentieel. Dat is een hele andere gedachtegang dan die we in het begin hadden. Overigens is dit een goede les voor assetmanagement in algemene zin: kijk per type asset naar de kritische functionaliteit en ontwikkel op basis daarvan een monitoringsplan.”

Assetmanagement aanvliegen

Vialis loopt in Nederland voorop als het gaat om slim assetmanagement. Heeft Marco nog een tip voor bedrijven waar dit nog in de kinderschoenen staat? Ja, is zijn antwoord: “Wat ik momenteel zie is dat de transitie getrokken wordt vanuit onderhoudsexperts. Ik raad aan om ook vanuit de projectkant kartrekkers te zoeken. Dit gaat enorm helpen bij het versnellen van de aanpak. Projectmensen hebben namelijk een hele andere blik op onderhoud. Ze zien vaak het grotere plaatje en zijn in staat om de organisatie sneller te overtuigen van het belang van smart maintenance. Daar ga je voordeel mee behalen.”

Wij bedanken Marco voor het delen van zijn lessen en tips. Hopelijk geven ze jou inspiratie om je eigen smart maintenance-projecten nog beter aan te pakken. Heb je vragen over de Salland-Twentetunnel of één van de andere proeftuinen van CAMINO? Neem contact op met Thijs Verbeek via camino@worldclassmaintenance.com.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven