De werkzaamheden die we uitvoeren voor de bouw van de zoutdam bij het sluizencomplex IJmuiden zijn niet zonder risico’s. We werken op hoge hoogtes en bereiken diepe dieptes. Daarom is het belangrijk dat we altijd veilig kunnen werken.
Daarover gingen we in gesprek met Carl Verbeek, projectadviseur integrale veiligheid bij Rijkswaterstaat en Peter Boldewijn, veiligheidskundige bij Van Hattum en Blankevoort (VHB).
Carl Verbeek en Peter Boldewijn zorgen vanuit hun rol dat veiligheid goed is opgenomen in het project. Boldewijn: ‘Veiligheid is erg belangrijk. Daarom maken we hier goede afspraken over met al onze medewerkers, partners, onderaannemers en Rijkswaterstaat. We zorgen ervoor dat zij deze afspraken naleven.’
Als opdrachtgever hebben we een gewisplicht. Verbeek legt uit wat dit betekent: ‘Als Rijkswaterstaat zijn wij verplicht om voor een veilige werkplek te zorgen voor onze aannemer. Wij proberen deze taak als opdrachtgever goed uit te voeren.’
Veiligheid begint aan de tekentafel
Voordat de werkzaamheden starten, bespreken VHB en Rijkswaterstaat het onderwerp al tijdens het ontwerpproces. Verbeek geeft aan waar Rijkswaterstaat bij het ontwerp op let: ‘We kijken vooral naar hoe de aannemer veiligheid binnen de ontwerpfase bespreekt en opneemt. Hierbij letten we op bouwkundige, technische en organisatorische keuze.’
Welke keuzes maakt VHB in het ontwerp om te zorgen voor zo min mogelijk restrisico’s? ‘Denk bijvoorbeeld aan bouwtechnieken, uitvoering en soort materiaal. Ook voeren we werkplekinspecties uit en checken we hoe de aannemer hun werk registreert‘, legt Verbeek uit.
Boldewijn vult aan: ‘Veiligheid begint aan de tekentafel. Tijdens het ontwerpproces houden we ook risicosessies met betrokken partners. Tijdens deze sessies inventariseren wij welke risico’s er zijn en hoe groot de risico’s zijn, om zo gepaste beheersmaatregelen te kunnen nemen. Zodat wij uiteindelijk een maakbaar, maar ook een veilig ontwerp realiseren.’
Collectieve maatregelen boven PBM’s
De heren vertellen wat voor soort beheersmaatregelen zij onder andere nemen. Verbeek: ‘Allereerst proberen we bij elk risico een beheersmaatregel te nemen waarmee we het gevaar bij de bron aanpakken. Bijvoorbeeld binnen het ontwerp. Als dat niet haalbaar is, nemen we een collectieve maatregel en tot slot zorgen we voor een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM).’
Boldewijn vult aan: ‘Voor de bouw van de pijlers werken we op grote hoogte. Voor deze werkzaamheden nemen we het liefst een collectieve maatregel. Denk aan een fysieke afscherming, zoals een railing. Zo stellen we het personeel niet bloot aan valgevaar.’
Hoewel collectieve maatregelen de voorkeur hebben, zijn er zeker nog PBM’s nodig, zodat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren. Verbeek: ‘Werknemers dragen standaard een veiligheidsvest- en broek, schoenen met stalen neuzen en natuurlijk een veiligheidshelm. Deze PBM’s verzorgt de aannemer. Vanuit Rijkswaterstaat loop ik om de week een veiligheidsronde. Dan kijken we of er op de bouwplaats op een veilige manier gewerkt wordt.’
Gevaarlijke werkzaamheden – duiken op grote diepte
Duiken is één van de gevaarlijke werkzaamheden die VHB uitvoert in de diepte. Boldewijn: ‘We duiken op locaties op 23 m diepte voor het plaatsen van de 2 pijlers van de zoutdam. Hier komen grote risico’s bij kijken. Denk bijvoorbeeld aan bekneld raken, meegetrokken worden door sterke onderstroming en de decompressieziekte als een duiker te snel naar boven komt.’
In het ontwerp onderzoeken Rijkswaterstaat en VHB naar mogelijkheden om duikwerkzaamheden te kunnen minimaliseren. Het voorbouwen van de pijlers op het land in plaats van in het water is daar een mooi voorbeeld van.
Verbeek legt uit waar verder op gelet wordt, zodat duikers veilig kunnen werken: ‘Een duikteam bestaat minimaal uit 3 personen. Een ploegleider, de duiker en een reserveduiker. De reserveduiker staat altijd klaar om het water in te kunnen. Vooraf bespreken we hoe we het werk gaan uitvoeren. We maken duidelijke afspraken en een stappenplan. Een open gesprek voeren met de duikers is belangrijk. Net zoals de communicatie tijdens het duiken.’
Het sociale aspect van veiligheid
De heren benadrukken ook het belang van veiligheidsbewustzijn.
Boldewijn: ‘We kijken niet alleen of de werkzaamheden goed gaan, maar we gaan ook het gesprek aan met onze werknemers. Veiligheid is niet alleen veilig werken, het bevat ook een sociaal aspect. Waar lopen de medewerkers tegenaan en hoe voelen zij zich? En hoe maak je mensen bewust van de veiligheidsrisico’s? VHB heeft gelukkig een open cultuur en iedereen spreekt elkaar aan.’
Verbeek bevestigt dit: ‘Vanuit Rijkswaterstaat zien we dat de commitment bij VHB groot is. Het onderwerp veiligheid is goed opgenomen binnen alle lagen van de organisatie, van de directie tot de uitvoering.’
Samen bewustwording vergroten
Om veiligheidsbewustzijn te vergroten organiseren Verbeek en Boldewijn veiligheidssessies. Eén van die sessies ging over een duikongeval. De ouders van de omgekomen duiker vertelden hoe zij dit als gezin hadden meegemaakt. ‘De sessie maakte veel indruk bij de werknemers van VHB en Rijkswaterstaat’, vertelt Verbeek.
Boldewijn vult aan: ‘Dat was ook het doel. Het verhogen van het veiligheidsbewustzijn, omdat wij ook duikwerkzaamheden gaan uitvoeren.’
Veiligheidsbewustzijn wordt ook groter, doordat iedereen die werkzaamheden uitvoert eerst een project specifieke veiligheidstoets afneemt. Boldewijn: ‘Als werknemers deze toets halen, kunnen ze een bouwpas ophalen. Hierna krijgen zij van hun leidinggevende een taakgerichte instructie, waarbij hun leidinggevende de risico’s en beheersmaatregelen toelicht.’
Eén van de aandachtspunten is stick to the plan: ‘Als we iets afspreken houden we ons daaraan. Veiligheid is een kwestie van blijven herhalen en aandacht aan besteden,’ vertelt hij.
Samenwerking tussen Rijkswaterstaat en VHB
Carl Verbeek en Peter Boldewijn geven aan dat de samenwerking rondom veiligheid goed is. ‘Veiligheid is natuurlijk een gedeeld belang. Om het project veilig uit te voeren, hebben we elkaar nodig. We moeten elkaar blijven ondersteunen en scherp houden’, licht Boldewijn toe.
Verbeek vult aan: ‘Het maakt niet uit aan welke kant van het project je zit, veiligheid moet je omarmen. We proberen er samen alles aan te doen om veilig te werken. Het belangrijkste is dat iedereen aan het einde van de dag weer heel thuiskomt.’