Waarom willen we dit gebouw behouden en waarom is het geschikt voor deze nieuwe functie? Dat zijn de vragen waar het bij transformatie om gaat volgens Karianne Vandenbroucke, architect erfgoed associate bij Rijnboutt. Haar ruime ervaring met transformaties deelde ze in een boek met de titel ‘Mag dit weg, methodiek voor herbestemming’, dat in 2020 verscheen.
Architecten zouden zich in de optiek van Vandenbroucke meer moeten verdiepen in transformatie en renovatie, want er is nu eenmaal heel veel bestaand vastgoed dat verouderd is en aangepakt moet worden. Belangrijk daarbij vindt ze vooral om oog te hebben voor diverse waarden die bestaand vastgoed heeft. “Dat kan een culturele waarde zijn bij met name ouder erfgoed, maar het kan ook een sociale waarde zijn. Denk aan renovatie van een verouderde volksbuurt. Wat als je zo’n buurt helemaal sloopt en nieuw bouwt?”
Nieuwe betekenis
Vandenbroucke is afkomstig uit de restauratiesector en was daarin vele jaren werkzaam als architect. Inmiddels is ze circa zes jaar werkzaam bij Rijnboutt, die juist voor transformaties iemand zocht die oog had voor waardes van bestaande gebouwen. “Bij klassieke restauraties draait het vooral om materialen en technieken. Het gaat ook over erfgoed, historie en culturele waarden maar heel vaak restaureer je terug naar de kern. Bij transformaties voeg je een nieuwe betekenis en een nieuwe laag toe. Je behoudt het gebouw omdat het betekenis heeft voor de stad, maar het moet ook iets nieuws toevoegen en een functie hebben in de toekomstige stad. Je moet niet overal een stolp overheen willen zetten. Dan zet je de ontwikkeling van de stad stil en de stad is in ontwikkeling en juist daar zijn dingen mogelijk. Die ruimte moet je laten.”
Uitdagingen
De balans tussen behoud van gebouw en nieuwe functie is volgens Vandenbroucke te vinden door al in het begin van het proces de vragen te beantwoorden waarom het gebouw behouden moet blijven en wat het geschikt maakt voor de nieuwe functie. Als je dat vooraf duidelijk vastlegt, voorkom je dat belangrijke waarden gaan sneuvelen in het verdere proces. Want de uitdagingen zijn groot, bijvoorbeeld op technisch vlak. “Bij nieuwbouw begin je met een vlekkenplan en een volumestudie. Je werkt dan van grof naar fijnmazig. Bij transformatie heb je al een gebouw en detailleringen waarop je moet reageren. Hoe zit dat energetisch? En met geluid? Passen de schachten er wel in?”
Hergebruik van gebouwen is duurzaam, maar kost ook geld. “Het kost materiaal, tijd, arbeid. Je moet de vraag blijven stellen of het reëel is.” Bij cultureel erfgoed en monumenten ligt dat dan uiteraard gevoeliger dan bij een verouderd kantoorpand waarin woningen gemaakt zouden kunnen worden.
“Maar altijd moet je kijken naar de waarden. Is dat economisch? Is het de locatie? Is het stedenbouwkundig? Of is het bijvoorbeeld de aanwezigheid van goede trappenhuizen? Wat maakt dat je het gebouw wilt behouden en dat het geschikt is voor de nieuwe functie?”
Diverse projecten
Vandenbroucke hield zich bij Rijnboutt onder meer bezig met de transformatie van het Telegraafgebouw in Amsterdam en het project Post Utrecht aan de Neude. Van dat laatste project is recent een video gemaakt.
Een zeer bijzonder project vond Vandenbroucke de transformatie van Aalmarkt / Catharinasteeg in Leiden. Daar ging het om de herinrichting van een heel gebied, met veertien monumentale panden. Die zijn getransformeerd tot winkels op de begane grond, met woningen daarboven. In het hart van het terrein is nieuwbouw toegevoegd. “Eigenlijk zijn het dezelfde vragen als bij één pand, zoals waar je je toegangen plaatst en wat je wilt restaureren, renoveren en toevoegen. Maar dan op een ander schaalniveau.”
Tot slot: “Er is heel veel bestaand vastgoed dat moet worden gerenoveerd of getransformeerd. Architecten: maak het je eigen!”