Raad van State: Stik­stofgrens is ‘aan­vaard­baar’

Voor elk project dat stikstof veroorzaakt, moeten de stikstofgevolgen tot op een afstand van maximaal 25 kilometer berekend worden, en niet verder. Dat heeft de Raad van State geoordeeld in een tussenuitspraak.

De raad deed de tussenuitspraak vanwege het grote maatschappelijk belang. De bouwwereld en het kabinet kunnen voorlopig ademhalen op het stikstofdossier. 

Een negatieve uitspraak van de Raad van State zou grote gevolgen hebben voor vergunningen van andere bouwprojecten. Afgelopen november nog werd een streep gehaald door de bouwvrijstelling waarmee stikstofuitstoot in de bouw niet meetelde voor de vergunningaanvraag. Het kabinet stelde de zogeheten afkapgrens van 25 kilometer in 2021 vast na een oordeel van de Raad van State. Tot die tijd werd gewerkt met de zogeheten afkapgrens voor wegverkeer van vijf kilometer.  

Tegenstanders zijn het daar niet mee eens. De aanleg en het extra verkeer zouden voor nog meer stikstof op beschermde Natura 2000-gebieden in de buurt zorgen. Kwetsbare planten- en diersoorten sterven daardoor. 

De Raad van State stelt nu dat elk rekenmodel een grens heeft waarbuiten het geen wetenschappelijke betrouwbare uitspraken meer kan doen, omdat te onzeker is of de berekening nog overeenkomt met de werkelijkheid. Voor het model om de stikstofgevolgen van projecten te berekenen, is die rekengrens bij 25 kilometer een goede optie. 

Dit betekent voor de raad niet dat stikstof die buiten de grens van 25 kilometer op beschermd natuurgebied terechtkomt, niet relevant is. Die stikstofneerslag maakt deel uit van de totale stikstofneerslag in Nederland. Dat is echter niet meer toe te rekenen aan het individuele project. De overheid is daar verantwoordelijk om maatregelen te nemen om verslechtering van beschermde natuur tegen te gaan. De Raad van State zet vraagtekens of die maatregelen voldoende zijn. Dat heeft echter niets te maken met de beoordeling van een individueel bouwproject. 

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven