Over laadpunten en gunningscriteria

Projectleider openbare ruimte bij de gemeente Arnhem Sil Polman en concernadviseur duurzaamheid bij de gemeente Den Haag Thimo de Nijs houden zich al een paar jaar bezig met het bouwen van de toekomst. Of dat nu aan de beleidskant is of aan de uitvoeringskant, ze merken dat het allerlei uitdagingen met zich meebrengt. Maar sinds er verschillende akkoorden zijn gesloten waarmee Nederland serieus aan de slag gaat, voelen ze dat ze de wind in de rug hebben. In Arnhem is onlangs zelfs een geheel emissieloos project van start gegaan. 

Net als veel gemeenten hebben Den Haag en Arnhem het Schone Luchtakkoord ondertekend. Dat is niet het startsein van luchtkwaliteitsbeleid, maar volgens Thimo de Nijs wel een extra ruggensteun. ‘Naast het Schone Luchtakkoord is er het Klimaatakkoord waaruit behoefte is aan schoner bouwmaterieel én het Stikstofakkoord. Dat laatste heeft meer vaart gezet achter veranderingen, want de woningbouw blijkt te stokken omdat er Natura 2000-gebieden binnen de gemeentegrenzen vallen. Mensen worden er een beetje zenuwachtig van’, zegt hij. ‘Dat helpt om ze mee te krijgen in de doelstellingen.’

Sil Polman herkent deze urgentie. ‘Die voelen we allemaal en we willen eraan werken.’ De hoe-vraag is nog wel een grote toer, voegt hij eraan toe. ‘Het kost veel moeite om aan normen te gaan voldoen. Aannemers beginnen pas net met investeren; de grote investeringen moeten nog komen. Er is nog niet zo gek veel materieel om emissieloos te werken.’ Het is nu gelukt om in Arnhem een project emissieloos op poten te zetten – sinds begin februari wordt daar een snelfietspad aangelegd om meer mensen op de fiets en uit de auto te krijgen. ‘Dat leek ons de uitgelezen kans om aan de slag te gaan met duurzaamheid. Maar het was een uitdaging om in uitvoering te komen.’

De Nijs sluit zich hierbij aan. Ook hij kent succesvolle pilotprojecten, maar hoe kom je van een pilotproject naar brede toepassing? ‘Naast het materieel is ook de stroomvoorziening een probleem. Niks is zo suf als elektrisch bouwmaterieel dat naast een generator staat – en dat gebeurt echt. Soms heeft dat te maken met de doorlooptijd van een aanbesteding, waarbij de aannemer niet tijdig contact kan opnemen met de netbeheerder voor stroomvoorziening op locatie. Dit is echt een procesverandering bij de gemeente omdat je als projectleider vanaf het begin moet nadenken over stroomvoorziening. Wij onderzoeken nu bijvoorbeeld of we iets kunnen regelen met de HTM, de trammaatschappij hier.’

Bij het duurzame fietspad in Arnhem is het geluk dat er in de buurt veel laadcapaciteit is omdat er een systeem voor walstroom vlakbij was, bedoeld voor schepen. ‘Als dat er niet was, was het heel lastig geworden – zo niet onmogelijk – om hier iedere dag te werken. Echt grote machines laten draaien is sowieso lastig.’ Op dit moment is er nog veel winst te behalen met het vervangen van het kleinere materieel, dus dat is waar beide gemeenten het meest op willen inzetten. De grote vraagstukken komen dan op een later moment. Wat nu onmogelijk lijkt, kan over vijf jaar heel anders zijn. Kijk maar naar de Tesla, die Polman aanhaalt: vijf jaar geleden was het een unicum als je die zag rijden, nu zijn ze net zo normaal als benzineauto’s.

Gunningscriteria

Een vraagstuk in het aanbestedingsproces is hoe je aannemers eerlijk met elkaar vergelijkt. Dat is momenteel nog erg lastig en kan zelfs leiden tot missers, zoals De Nijs vertelt over een voorbeeld waar Den Haag het dácht goed voor elkaar te hebben. ‘Een paar jaar geleden hebben we bij een kademuur ambitieus uitgevraagd, mét MKI’s, en hadden we zelfs een stroomvoorziening geregeld. Uiteindelijk won toch de aanbieder met de laagste prijs… en die ging natuurlijk aan de slag met vervuilend materieel. Dat was een goede les: we moesten de gunningscriteria echt actiever inzetten.’

Vooral kleinere aannemers vinden de investeringen nog wel een obstakel. ‘Het zijn gigantische investeringen die je moet terugverdienen. Je wilt jezelf er als aannemer niet uit schrijven, dat is logisch’, zegt Polman. De Nijs bevestigt dit, maar geeft aan dat nu investeren ook werkzekerheid betekent voor de toekomst. Wat nog belangrijk is om in een uitvraag mee te nemen, vinden beiden, is dat de gemeente duidelijk aangeeft hoeveel laadcapaciteit ze kan realiseren.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven