Onderzoek naar de toekomst van de energie infrastructuur in Gelderland voorspelt knelpunten. Er ontstaan knelpunten door hoge pieken en dalen in energie- vraag en aanbod. Door aanpassingen zoals een flexibele infrastructuur of uitbreiding van de infrastructuur verminderen deze knelpunten.
Een onderzoek naar de energie infrastructuur
In 2050 gebruiken we in Gelderland alleen duurzame energie. Dat is afgesproken in het klimaatakkoord. De invulling van de energietransitie in Gelderland wordt steeds duidelijker. In de Regionale Energiestrategieën (RES) worden plannen gemaakt voor het opwekken van wind- en zonne-energie. In de transitievisie leggen gemeenten vast hoe ze dit gaan doen. In het bedrijfsleven worden ook allerlei plannen gemaakt. Voor een succesvolle energietransitie moeten vraag en aanbod van energie, op het energienetwerk, goed op elkaar aansluiten. In opdracht van provincie Gelderland, Liander, Gasunie en TenneT is een onderzoek uitgevoerd. De onderzoeksresultaten brengen in beeld welke energie infrastructuur Gelderland in de toekomst nodig heeft. Zodat we genoeg tijd hebben om de energie infrastructuur hierop aan te passen. Het onderzoek is uitgevoerd door Berenschot en Witteveen+Bos. Er werkten ook een grote groep Gelderse stakeholders aan mee.
Verschillende scenario’s
We weten nog niet precies wat er in de toekomst gaat gebeuren met de energie- vraag en aanbod. Daarom zijn er een aantal scenario’s uitgewerkt in het onderzoek. Per scenario zijn mogelijke ontwikkelingen in de energie- vraag en aanbod verkend. Zo is er gekeken naar de RES-plannen, warmtevisies, plannen van diverse bedrijven, woningbouw, mobiliteit en landbouw. Aan de hand van alle informatie is bepaald wat er in 2030 en 2050 mogelijk nodig is aan energie infrastructuur. Daarna is onderzocht waar knelpunten optreden als de infrastructuur blijft zoals het nu is.
Te hoge pieken en dalen
Uit het onderzoek blijkt dat in alle scenario’s knelpunten worden verwacht. Met name doordat er meer pieken en dalen optreden in de vraag en aanbod van elektriciteit. We gebruiken namelijk steeds meer elektriciteit en vaak op hetzelfde moment. Denk aan het verwarmen van je huis met een warmtepomp, elektrisch koken of het opladen van een elektrische auto. Dit gebeurt ook op momenten dat de zon niet schijnt en het windstil is. Op andere momenten is er juist elektriciteit van wind en zon, maar niet op de plek waar het nodig is. Het energienetwerk raakt dan overbelast, want er moet te veel getransporteerd worden naar een andere plek.
Flexibele infrastructuur
De verwachte knelpunten kunnen worden verminderd, door de bestaande infrastructuur uit te breiden. Maar het is nog belangrijker om vraag en aanbod van elektriciteit beter op elkaar af te stemmen. Hiervoor moeten we inzetten op een flexibele vraag en passende infrastructuur. Denk aan het tijdelijk omzetten van elektriciteit in gas (bijvoorbeeld met waterstof) en andersom. Elektrische auto’s niet allemaal tegelijk opladen en batterijen gebruiken om opgewekte energie van zonnepanelen tijdelijk op te slaan. Zo maken we effectiever gebruik van de bestaande infrastructuur, waardoor deze minder uitgebreid hoeft te worden.
Aanbevelingen
Uit de studie komen een aantal aanbevelingen naar voren. We gaan hiermee aan de slag, samen met onze partners. Kort samengevat zijn dit de aanbevelingen:
- Gebruik energie daar waar het opgewekt wordt.
- Zorg voor een goed evenwicht tussen de hoeveelheid opgewekte zonne- en windenergie.
- Laat zon en wind zoveel mogelijk gebruik maken van één aansluiting op het netwerk.
- Gebruik zoveel mogelijk oost/west opstellingen voor zonnepannelen.
- Gebruik voor zonne- en windenergie het reserve elektriciteitsnetwerk, dat aanwezig is voor noodgevallen.
- Maak meer gebruik van flexibiliteit op de energie infrastructuur
- Breidt de energie infrastructuur uit, daar waar dat nodig is.
Lees het hele onderzoek
Benieuwd naar het hele onderzoek? De resultaten zijn te vinden via de website van BerenschotDeze link opent een andere website of te lezen in deze beknopte rapportage (PDF 3.8 MB)