De leefkwaliteit van zittende én nieuwe bewoners moet centraal staan bij de bouw van nieuwe woningen, stelt het College van Rijksadviseurs. In de leidraad ‘Bouw in de buurt’ zet het college zijn visie op de woningbouwopgave uiteen.
In heel Nederland staat de vraag naar toekomstbestendige woningen hoog op de agenda van beleidsmakers. In deze afspraken ligt veel nadruk op ‘grootschalige woningbouwgebieden’. Te grote nadruk hierop maakt dat kansen gemist worden, stelt het college. Duizend kleine plannen zijn volgens de rijksadviseurs veel robuuster dan tien grote. Als er honderd kleine plannen niet doorgaan, worden er in elke regio nog steeds volop huizen gebouwd. Als er één groot project niet doorgaat, heeft die regio een probleem, als er twee niet doorgaan heeft het land een probleem.
Impuls
Om doorstroming op gang te brengen, moet je volgens het college bouwen voor de groepen die nu buitenboord vallen: starters en senioren. Wat beide groepen delen is de behoefte aan nabijheid – met een woning ‘in de wei’ is hun woonprobleem dus niet opgelost. Door de ontbrekende woningen op de juiste plaats te bouwen, namelijk in de buurt, versterk je ook de basis van de woningen die er al staan. Een relatief klein aantal nieuwe woningen kan het omslagpunt zijn om een hele wijk of een heel dorp op te tillen. De investeringen worden dan een impuls om de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd aan te pakken, van de klimaatcrisis tot eenzaamheid, aldus de rijksadviseurs.
Slagvaardig
Het college pleit daarom voor groot denken, en vervolgens klein en slagvaardig handelen. De afgelopen vijftien jaar werden twee van de drie woningen in een bestaande buurt gebouwd. In de buurt bouwen zorgt niet alleen voor honderdduizenden nieuwe woningen, maar tilt ook de leefbaarheid van de acht miljoen bestaande woningen op.
Hoe nu verder?
De leidraad wordt verspreid onder gemeenten en provincies, samen met de publicatie Bouwen aan leefomgevingskwaliteit van het Planbureau voor de Leefomgeving, om richting te geven én een middel te bieden om de puzzel van ruimte, woonwensen en leefomgevingskwaliteit beter te leggen. Daarnaast brengt het college de leidraad bij relevante directies binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Tweede Kamercommissie onder de aandacht.