De gemeenten en corporaties in de regio Rotterdam spreken af tot en met 2030 ongeveer 100.000 woningen te gaan bouwen. Dat worden 57.000 betaalbare woningen, waarvan 28.000 sociaal (inclusief 22.500 door corporaties). Met deze ambitie willen gemeenten en corporaties een oplossing bieden voor het woningtekort.
Deze afspraken zijn op vrijdag 27 januari 2023 vastgelegd in het geactualiseerde Regioakkoord 2022. De provincie gaat het Regioakkoord de komende tijd beoordelen. De ondertekening vond plaats op de 40e verdieping van “De Rotterdam”, met uitzicht over de regio.
Provincie, gemeenten en corporaties zien dat het voor steeds meer mensen moeilijk is om een huis te vinden. Volgens Sjoerd Kuiper, wethouder van Maassluis en bestuurlijk trekker van de actualisatie van het Regioakkoord, belemmert dat mensen hun leven vorm te geven: “Uit huis gaan, samenwonen, het gezin uitbreiden of fijn oud worden. Gewone voorbeelden waar woningzoekenden tegen aan lopen. Zonder dat passende huis kunnen die stappen niet gezet worden. Met name lage- en middeninkomens zitten knel op de woningmarkt.” Daarom is afgesproken dat in de Rotterdamse regio meer woningen gebouwd gaan worden, waarvan een groot deel betaalbaar en sociaal. De provincie gaat het Regioakkoord de komende tijd beoordelen.
De afspraken tussen gemeenten, corporaties en provincie zijn het begin. Ze vormen de basis voor de nader te maken afspraken voor de periode tot en met 2030 tussen Rijk, provincie, gemeenten en corporaties in de regionale realisatieagenda.
De omstandigheden om te bouwen zijn op dit moment helaas ongunstig. De bouwkosten zijn hoog en de rente stijgt, terwijl de opbrengsten teruglopen. Daarnaast spelen specifieke problemen die de start van het bouwen bemoeilijken, zoals het stikstofdossier of lange gerechtelijke procedures. Ook is er meer terughoudendheid bij ontwikkelende partijen, omdat er veel onzekerheden zijn. Het is daarom belangrijk dat alle betrokken partijen maximale inzet plegen en er in samenwerking met het Rijk, provincie en andere partners oplossingen worden gevonden voor alle knelpunten. Pas dan lukt het om voldoende betaalbare woningen te bouwen.
Jan Willem Mijnans, wethouder Wonen van de gemeente Nissewaard en tevens voorzitter van het Samenwerkingsverband, is blij met het vernieuwde Regioakkoord. Hij beseft ook dat de regio er nog niet is. “Het is positief dat vele gemeenten meer sociale en middeldure woningen willen gaan bouwen. Daar moet wel iedereen zijn schouders onder zetten. Ik ben blij met de corporaties van Maaskoepel als partner. Zij zijn noodzakelijk om vooral de sociale woningvoorraad op peil te brengen en houden. Ik verwacht ook wat van het Rijk. Want te veel huishoudens zoeken een betaalbare woning en kunnen die op dit moment lastig vinden. Iedereen ziet dat het nodig is en daarom is het belangrijk dat we er alles aan doen om de afgesproken aantallen te realiseren.”
De directeur van Maaskoepel, Annemarieke van Ettinger-Van Herk, heeft het proces, om te komen tot een geactualiseerd Regioakkoord, van nabij meegemaakt: “Met ons manifest “Gewoon Wonen” hebben de corporaties in de regio grote ambitie getoond. Ik ben blij dat er met ons nu afspraken zijn gemaakt over het bouwen van 22.500 sociale huurwoningen door de corporaties. Het gaat nu om 2 dingen: het waarmaken van die belofte en het verder opplussen van de sociale ambities. Ik merk dat bij de corporaties keihard wordt getrokken aan de realisatie, ook met initiatieven zoals ‘De Rotterdamse Bouwversnelling’, dus dit is een eerste stap en zeker niet de laatste.”
Gedeputeerde Anne Koning: “Aan het akkoord dat er nu ligt ging een intensief traject vooraf, en we waarderen dat de regio dit heeft doorlopen. De regio Rotterdam is wat betreft het aantal inwoners de grootste regio van Zuid-Holland. De vraag naar betaalbare en sociale woningbouw is daardoor ook groot. Voor de provincie sturen we erop aan dat sociale woningbouw beter over de regio gespreid wordt. We gaan de regionale plannen hier kritisch op beoordelen. Ook ondersteunen we de gemeenten met kennis, expertise en subsidies bij het realiseren van de plannen.”