Meepraten over normen smart buildings loont!

De wereld om ons heen wordt niet alleen steeds ingewikkelder, maar gelukkig ook steeds een stukje slimmer. Neem bijvoorbeeld slimme gebouwen (smart buildings), waarin allerlei systemen naast en met elkaar samenwerken om het comfort en de gezondheid van gebruikers zo goed mogelijk te reguleren en daarnaast het energieverbruik zo efficiënt mogelijk te maken. Welke systemen zijn dat en welke rol spelen normen daarbij?

Oscar Deurloo werkt bij Signify als Director Standards and Regulations. “Signify is een verzelfstandiging van wat vroeger Philips Licht heette. En verlichting is nou precies één van de zaken die als eerste wordt geautomatiseerd, ‘smart’ gemaakt, in een kantoorgebouw. Binnen Signify kijk ik naar standaarden op het gebied van verlichtingssystemen en wetgeving die daarover gaat.” Deurloo is bovendien voorzitter van de NEN-normcommissie 381025 “Smart Buildings”, waarin hij veel meer belangen behartigt dan alleen verlichting. Voor een groot deel houdt die commissie zich bezig met de bekabeling van slimme kantoorpanden. “Want geen draadloze toepassingen zonder bekabeling”, zo zegt Deurloo paradoxaal. “Denk aan internetbekabeling, verlichting, klimatologische toepassingen of beveiliging. Verder houden we ons als commissie bezig met de communicatie van zo’n gebouw. Gebruikers willen bepaalde instellingen op het gebied van temperatuur, verlichting of het gebruik van een laadpaal bijvoorbeeld. Daar moeten de gebouwbeheersystemen op inspelen. Maar tegelijkertijd moeten zij schakelen met het elektriciteitsnetwerk om op het juiste moment de juiste hoeveelheid energie af te nemen tegen een zo gunstig mogelijke prijs.”
 

Gebouwbeheersystemen

Behalve bekabeling en communicatie tussen gebouwen en de smart grid valt ook de functionaliteit van automatiseringssystemen (gebouwbeheersystemen) binnen de scope van de commissie. “Denk aan verwarming, koeling, ventilatie en verlichting. Het zijn systemen die nodig zijn om mensen goed te laten functioneren in een gebouw. De temperatuur moet goed zijn, ventilatie en verlichting moeten goed geregeld zijn. Daar zijn verschillende systemen voor nodig. Als je alleen al over verlichting praat zijn er verschillende soorten licht die mensen in een gebouw laten functioneren: daglicht en kunstlicht. Die twee moeten goed op elkaar afgestemd zijn. Ook de airconditioning en verwarming moeten goed samenwerken anders krijg je zeer oncomfortabele werkomstandigheden. Verlichting moet goed zijn, want als het te donker is en het licht niet de juiste lichtkleur heeft, functioneer je niet goed.” Er gebeurt dus met andere woorden van alles wat een gebruiker op het eerste gezicht niet ziet, maar waar hij wel optimaal van profiteert. Want daar ligt de grote winst van smart buildings, aldus Deurloo. “In gebouwen met goed functionerende gebouwautomatisering gaat de productiviteit van je werknemers omhoog. Bij slecht presterende werknemers zal je bedrijf het ook slechter gaan doen. Prestaties dalen, ziekteverzuim stijgt. Zo simpel is het.” De gebouwbeheersystemen regelen dat alle systemen met elkaar communiceren en in de gaten houden wat gebruikers doen. “Waarom zou verlichting moeten branden in een ruimte waar niemand is? Die kan dan uit. Bij verwarming is dat wat lastiger in te regelen. Het duurt nu eenmaal lang voordat een ruimte op temperatuur is. Om alles goed op elkaar te laten afstemmen is behoorlijk wat puzzelwerk nodig en kennis en kunde van fabrikanten en installateurs.”

CO2-neutraal

De groeiende toepassingsmogelijkheden van internet en daarmee ook cybersecurity spelen een rol in de opkomst van smart buildings. Maar de grote drijfveer achter de ontwikkeling van smart buildings is de afspraak dat in 2050 alle gebouwen CO2-neutraal moeten zijn. “Gebouwen moeten veel efficiënter worden in energieverbruik. Dat kan in de eerste plaats door ze te isoleren. Maar zaken als verlichting of ventilatie zijn niet te isoleren, dus daar moet je andere dingen voor verzinnen.” In Europees verband is er wetgeving om het energieverbruik van een gebouw te reguleren, de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Die legt lidstaten van de Europese Unie op om landelijke wetgeving voor de energieprestatie van gebouwen steeds strenger te maken. “Steeds meer nadruk komt daarin te liggen op het inbouwen van gebouwbeheersystemen. Daar valt nog veel winst te behalen als het gaat om energieverbruik, naast het isoleren.”

Belang normen voor bedrijfsleven

Eind 2021 is een nieuw concept van deze EPBD voorgesteld, waarin meer nadruk op de slimheid van gebouwen en dus ook de kwaliteit van gebouwbeheersystemen komt te liggen. De intentie is om een meetmethodiek hiervoor te gaan invoeren, de Smart Readiness Indicator. “Die is nu nog vrijwillig maar zal waarschijnlijk in eerste instantie voor de grotere gebouwen verplicht gaan worden.” Deze meetmethodiek is vooral gebaseerd op de Europese standaard EN 15232-1, en daarmee is meteen het belang van normalisatie voor dit onderwerp geschetst. “Deze norm zal de basis vormen voor toekomstige wetgeving omtrent smart buildings. We zijn zelfs bezig om er een ISO-standaard van te maken die wereldwijd geldt. Het is dus heel belangrijk dat bedrijven zich daarvan bewust zijn en de juiste stappen zetten om gebouwbeheersystemen in te voeren en goed te laten werken. Het is daarbij ook belangrijk dat fabrikanten en installateurs de juiste kennis in huis hebben om met die systemen om te gaan. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat de branche zichzelf daarin opleidt. Veel bedrijven zijn ook al op de goede weg met kennis over het installeren van gebouwbeheersystemen. Maar het is wel belangrijk dat iedereen bij de les blijft.” 

Meepraten loont

Nederland kan via de normcommissie een steentje bijdragen aan deze nieuwe norm, zo zegt Deurloo. Want normalisatie van smart buildings is belangrijk. “Niet alleen omdat normen ook in nationale wetgeving kunnen worden gevat, maar ook omdat standaarden steeds vaker genoemd worden in tenders. Als jij als bedrijf werkt volgens de norm, zul je voor een groter aantal opdrachten in aanmerking komen. NEN kan helpen met kennis en richtlijnen om aan wetgeving te voldoen.” Meepraten in de commissie loont dus. Niet alleen zit je dicht op de markt, je wisselt ook kennis met collega’s uit en kunt je voelsprieten uitsteken om te kijken waar de markt heen gaat. “Daar kun je als bedrijf op inspringen, en wij als commissie kunnen dan internationaal invloed uitoefenen.”

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven