Dat minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat meerdere grote en belangrijke infrastructuurprojecten voorlopig in de ijskast zet vanwege een tekort aan stikstofruimte, is te kort door de bocht. De minister zou essentiële projecten wel degelijk vergund kunnen krijgen, mits hij deze goed motiveert.
Extern salderen, waarmee stikstofruimte elders ‘gekocht’ wordt en waar de Tweede Kamer op tegen is, is niet de enige manier om een infrastructuurproject vergund te krijgen. Ten eerste zou minister Harbers met een ecologische beoordeling kunnen aantonen dat er, ondanks een verhoogde stikstofdepositie, geen significante negatieve impact is op de natuurgebieden rondom het beoogde infrastructuurproject, waardoor er wel toestemming kan worden verleend.
Ten tweede kan de minister, in het geval sprake is van een toename van stikstofdepositie, een beroep doen op de ‘zware’ ADC-toets. Als een infrastructuurproject van groot openbaar belang is, er geen alternatieven voor handen zijn én er wordt gecompenseerd voor de toegenomen stikstofdepositie, dan kan het project vergund worden zoals eerder gebeurde bij de Blankenburgertunnel in Rotterdam en de Kempenbaan West bij Veldhoven.
De minister heeft daarmee voldoende middelen tot zijn beschikking om goed gemotiveerde, essentiële infrastructuurprojecten door te laten gaan. Als de zeventien stilgelegde projecten uiteindelijk toch uitgevoerd moeten worden, zoals de minister aangeeft, dan zal het niet zozeer op stikstof hangen, maar toch vooral op de kosten.