Het bouwen met ‘biobased’ materialen als hout en hennep werd lang weggezet als luchtfietserij. Klimaatplannen en ecologische wijken brengen daar voorzichtig verandering in. Waarom is de woningbouw dan nog steeds zo’n festival van staal en beton?
Composthoop
‘U loopt verkeerd’, wijst een vriendelijke vrouw in de deuropening van haar grote houtbetimmerde woning. ‘Het pad naar de watertoren ligt aan de andere kant van het huis.’ Het is niet altijd makkelijk om de weg te vinden in de ecologische wijk EVA-Lanxmeer. De paden zijn niet allemaal bestraat. Op een mistige herfstochtend kan een wandelaar zomaar een privétuin inlopen, tot het pad wordt geblokkeerd door een composthoop.
Wandeling
Toch is de wijk beslist een wandeling waard. Lanxmeer bevindt zich naast het station van Culemborg. De circa tweehonderd woningen liggen in verschillende blokken en op vrije kavels, langs een door de bewoners onderhouden wijkpark, een boomgaard en de oude watertoren. Je vindt er een rijke schakering aan bouwvormen, gebruikte materialen en aan huizen. Dit is geen gewone wijk. Niets maakt dat duidelijker dan de afwezigheid van auto’s: die staan allemaal aan de rand van de wijk geparkeerd.
Ecodorpen
Het is op zich geen nieuwe gedachte: een autovrije wijk die is opgetrokken uit biologische materialen en veel groen en waarbij de bewoners vanaf de eerste plannen mee mogen praten. Verkeersarm en groen was ook de grondslag voor veel ‘bloemkoolwijken’ uit de jaren zeventig. In de jaren tachtig ontstonden de eerste ecodorpen, waar bewoners vaak zelf de bouw van hun duurzame woningen ter hand namen. Zeer idealistische bewoners vooral. De wijkjes werden dikwijls opgericht door hechte gemeenschappen met een gedeelde levenswijze die vooral graag iets níet wilden zijn: een gewone burger in een doorzonwoning.
Eigentijds
Lanxmeer moest begin deze eeuw iets anders worden dan een ecodorp: die benaming werd bewust vermeden. De nieuwe wijk moest een voorbeeld zijn van circulariteit: het sluiten van kringlopen door hergebruik van materialen en afval. Ook de lokale woningcorporatie bouwde er woningen. Lanxmeer liet volgens de initiatiefnemers zien wat er inmiddels mogelijk was: moderne, eigentijdse bouw, zonder de verspilling die bij een moderne woonwijk hoort. Een wijk als Lanxmeer zou in iedere gemeente gebouwd kunnen worden, dacht men. Misschien is het concept niet voor iedereen geschikt, maar wel voor een breder publiek dan een groep idealisten.
Weerklank
De boodschap die van Lanxmeer uitgaat vindt steeds meer weerklank in een tijd waarin klimaatverandering centraal is komen te staan. Maar twintig jaar na de start van de bouw van de eerste woningen heeft het Culemborgse initiatief nauwelijks navolging gekregen. Woningen worden tegenwoordig gasloos en steeds CO2-armer gebouwd. Maar behalve energieneutraal moet de Nederlandse woning in 2050 ook circulair zijn. Toch komt het gebruik van circulaire toepassingen, zoals materialen die herbruikbaar zijn of ‘terug in de keten’ komen, slechts mondjesmaat van de grond. Niet-circulair beton en staal is nog steeds het mantra van de woningbouw.
Green Deal
In de metropoolregio Amsterdam willen ze het biobased bouwen nu een zetje geven. Vorige maand spraken de gemeenten in de regio met marktpartijen in de bouw, ingenieurs, ontwikkelaars en woningcorporaties in een Green Deal af dat in 2025 een vijfde van de nieuw gebouwde woningen in Amsterdam grotendeels uit hout of andere biobased materialen moet bestaan. Een voorbeeld is Haut, een appartementengebouw van 21 verdiepingen langs de Amstel, waarvan de draagstructuur grotendeels bestaat uit kruislaaghout (CLT), een houtproduct waarmee veel grotere en hogere constructies te bouwen zijn dan bij traditionele houten gebouwen. Ook op andere plekken in de stad worden plannen gemaakt om met hout te bouwen.
Logisch
Volgens de Amsterdamse wethouder Marieke van Doorninck (ruimte, GroenLinks) is het niet meer dan logisch om hier afspraken over te maken. ‘Beton zorgt voor 40 procent van de uitstoot van CO2 in de bouw. Het heeft allerlei voordelen om materialen als hout te gebruiken. In de eerste plaats blijft de CO2 bij het gebruik in een gebouw in het hout. Maar biobased gebouwen zijn ook lichter dan beton en staal, waardoor minder fundering nodig is. En er komt minder stikstof vrij bij de verwerking ervan.’ Om het gebruik van circulaire materialen te stimuleren geeft de gemeente bij het beoordelen van sommige bouwinitiatieven een hogere score aan ontwerpen met een biobased oplossing. ‘Met de Green Deal willen we de schaalvergroting stimuleren die nodig is om bouwpartijen te laten investeren in dit soort technieken.’