Vanaf 1 januari moeten producenten van prefab elementen zonder eigen betonproductie het speciale CSC-systeem \’Concrete Sustainability Council Precast Concrete 2021\’ gebruiken. Deze producenten zijn afhankelijk van de (externe) aanvoer van beton.
De Concrete Sustainability Council (CSC) heeft een nieuw certificeringssysteem beschikbaar gesteld voor betonproducenten die het beton door derden aangeleverd krijgen. In totaal gaat het om maximaal 10% van het aantal prefab betonfabrieken in Nederland. “Deze fabrieken hebben geen eigen productie, maar krijgen het beton vaak van een dochteronderneming binnen dezelfde holding. Of het zijn aannemers die in een eigen productiehal speciale betonelementen of constructies maken.”, laat Ron Peters, directeur van Betonhuis, weten.
Milieueffecten
Volgens CSC is het noodzakelijk dat prefab betonfabrieken zonder eigen betonproductie CSC-certificering ondergaan om te bewijzen dat het aangeleverde beton dat ze gebruiken, op een verantwoorde manier is geproduceerd. Hierbij worden relevante milieueffecten van de betonproductie meegewogen.
CSC-certificaat
10% van de totale score van dit type fabrieken is afkomstig van het toeleveringsketen vers beton van derden (C05 uit het CSC-systeem). Alleen CSC-gecertificeerde betonleveranciers dragen bij aan het behalen dit criterium. Peters: “Bijna alle betoncentrales zijn CSC-gecertificeerd en zonder dit certificaat is het behalen van het duurzaamheidscertificaat voor prefableveranciers zonder eigen productie niet haalbaar.” De cementscore en grondstofscore uit het CSC-systeem zijn afgeleid van de producent die het beton levert. Hierdoor zijn alle elementen verantwoord geproduceerd en kunnen ook deze fabrieken CSC-gecertificeerde producten leveren.
Meer informatie staat in de technische handleiding.