Bijna helft bewoonde nieuwbouw zorgt voor doorstroom woningmarkt

In 2020 zijn bijna 70 duizend nieuwbouwwoningen opgeleverd. Eind 2020 waren 56 duizend van deze woningen bewoond. De nieuwe bewoners verlieten bij elkaar 60 duizend woningen. Twee derde van deze achtergelaten woningen kwam vrij voor bewoning door andere huishoudens. Eind 2020 waren er bijna 31 duizend weer bewoond. Dit blijkt uit cijfers van de nieuwste versie van de nieuwbouwmonitor van het CBS.

Van de 60 duizend woningen die werden achtergelaten door de bewoning van nieuwbouw in 2020 kwamen er ruim 20 duizend niet vrij. Hier bleven familie en andere huisgenoten achter. Naar 8 duizend van de bijna 40 duizend overige woningen trokken nog geen nieuwe huishoudens. De circa 31 duizend vrijgekomen woningen vormen de eerste schakel in een verhuisketen die gestart is door de realisatie van nieuwbouwwoningen. Onderzoek naar deze ketens kan inzicht geven in het effect van nieuwbouwwoningen op de doorstroom in de (regionale) woningmarkt. De nieuwbouwmonitor geeft informatie over woningen en huishoudens die betrokken zijn bij de eerste schakel in zo’n verhuisketen.

Minste doorstroom in Noord-Holland

De realisatie van 100 nieuwbouwwoningen leidde tot het vrijkomen en opnieuw bewoond worden van 44 andere woningen in 2020. Dit aandeel kan nog oplopen wanneer alle vrijgekomen woningen alsnog bewoond worden. In Noord-Holland was er in 2020 de minste doorstroom. Per 100 nieuwbouwwoningen werden er nog geen 40 vrijgekomen woningen bewoond. In Overijssel was de doorstroom het grootst met bijna 50 bewoonde vrijgekomen woningen per 100 opgeleverde nieuwbouwwoningen.

Nieuwbouw relatief aantrekkelijk binnen eigen provincie

De meeste nieuwe bewoners van zowel nieuwbouwwoningen als achtergelaten woningen komen van binnen de eigen provincie. In 2020 kwamen 3,7 duizend woningen vrij door de realisatie en bewoning van nieuwbouw die bewoners trokken van buiten de eigen provincie. 3 duizend van deze bijbehorende gerealiseerde nieuwbouwwoningen trokken bewoners van buiten de provincie. Gemiddeld komen er naar verhouding minder mensen van buiten de provincie naar nieuwbouw dan naar de woningen die daardoor vrijkomen.

In Flevoland kwamen relatief de meeste mensen van buiten de provincie. In Groningen, Overijssel en Zeeland gold dit vooral voor de huishoudens die naar vrijgekomen woningen trokken. Deze bewoners kwamen wel voor verschillende soorten woningen, want naar Zeeland kwamen de meeste huishoudens voor een vrijgekomen koopwoning (60 procent). Naar Groningen kwamen juist de meeste huishoudens voor een vrijgekomen huurwoning (61 procent). Gemiddeld verhuisden bewoners in Nederland naar evenveel vrijgekomen koopwoningen als vrijgekomen huurwoningen (13,5 duizend).

Nieuwbouwbewoners maken ook plaats voor andere woonbehoeftes

Huishoudens die een woning achterlieten voor een nieuwbouwwoning veranderden weinig van eigendomsvorm. De helft van de vrijgekomen woningen zijn koopwoningen. De meeste van deze vrijgekomen koopwoningen kwamen vrij door nieuwbouw koopwoningen (80 procent). Oplevering en bewoning van een nieuwbouw koopwoning leidde tot het vrijkomen van 17 duizend woningen, waarvan 63 procent koopwoningen. Van alle nieuwbouw levert het opleveren en bewonen van koopwoningen niet alleen absoluut de meeste vrijgekomen woningen op. Per 100 bewoonde nieuwbouwkoopwoningen kwamen er 57 woningen vrij. Voor zowel huur overig als corporatie waren dit 40 vrijgekomen woningen per 100 bewoonde nieuwbouwwoningen.

Van de nieuwbouwkoopwoningen wordt 85 procent bewoond door paren. Voor de bijbehorende vrijgekomen woningen wordt 70 procent nieuw bewoond door paren. Oplevering van nieuwbouwkoopwoningen maakt dus ook ruimte voor bewoners met andere woonbehoeften. Alhoewel er relatief weinig alleenstaanden in een nieuwbouwwoning komen, is het aandeel alleenstaanden voor woningen die daardoor vrijkomen twee keer zo groot. De leeftijd van de hoofdbewoner van het huishouden ligt lager voor de vrijgekomen woningen. Het aandeel hoofdbewoners van 65 jaar en ouder is voor vrijgekomen woningen 6 procent, waar dit voor nieuwbouwwoningen 15 procent is. Voor vrijgekomen woningen is 71 procent van de hoofdbewoners jonger dan 45 jaar. Voor nieuwbouwwoningen is dit 58 procent.

De Nieuwbouwmonitor is afgeleid van de Woonbase. Dit is een in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties door het CBS ontwikkeld woononderzoek op basis van integrale gegevensbronnen.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven