Een derde van de stikstofuitstoot tijdens de bouw komt van bouwmachines. Hoe kun je die uitstoot snel verminderen? Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft onderzoek laten doen. ‘Wees niet bang om uit te dagen.’
‘Vroeger dachten we niet zo vaak na over de uitstoot van bouwmaterieel. Dat doen we nu wel’, zegt Noah Baars, die bij het RVB verantwoordelijk is voor het programma Schoon en Emissieloos Bouwen. Er is veel te doen. De overheid wil namelijk de stikstofuitstoot van de bouwsector in 2030 met 60 procent verminderen ten opzichte van 2021. Onderzoeksbureau Fronteer heeft in opdracht van het RVB gesproken met bouwbedrijven, machineproducenten en andere experts over machines zonder uitstoot. Doel is om meer duidelijkheid te krijgen over wat er al mogelijk is met elektrisch bouwmaterieel. En ook om advies te geven over wat het RVB kan doen om de stikstofuitstoot op de bouwplaats snel te verminderen.
Lessen leren
‘Veel marktpartijen zijn daar al bezig en uit die ervaringen willen we lessen leren’, zegt Baars. ‘Wat blijkt, is dat met elektrische kranen en andere machines al veel technisch haalbaar is, maar dat er nog niet altijd voldoende materieel beschikbaar is.’ De vuistregel is dat hoe groter het benodigde vermogen – uitgedrukt in kilowattuur (kWh) – hoe kleiner de beschikbaarheid. Zware heimachines bijvoorbeeld werken nu nog, op een uitzondering na, allemaal met zware dieselmotoren met een vermogen van meer dan 500 kWh. Bij de middengroep tot 130 kWh – graafmachines bijvoorbeeld – kan er technisch al heel veel, maar is de beschikbaarheid een probleem. En bij kleine machines (shovels) met een vermogen van minder dan 19kWh kun je soepel overschakelen naar nul uitstoot. ‘Daarnaast speelt de afhankelijkheid van de seizoenen’, zegt Baars. ‘Het zou interessant kunnen zijn om met een winterstop te werken, omdat bij koud weer accu’s veel slechter presteren.’
Inkoopcriteria
De onderzoekers raden aan om bij de aanbestedingen eisen te stellen aan het in te zetten materieel: ‘Er kan al heel veel en de ontwikkelingen gaan snel: wees niet bang om uit te dagen’. En ook: ‘Als je geen eisen stelt, krijg je het materieel dat over is.’ In de praktijk zijn dat vooral verouderde machines met dieselmotoren. Je kunt volgens de onderzoekers met inkoopcriteria de overstap naar schone machines versnellen. ‘Het RVB wil de markt stimuleren om zoveel mogelijk emissieloos te bouwen’, zegt Baars. ‘Het gebruik van schoner materieel zal binnen onze inkoopcontracten daarom de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen.’
Vooralsnog zijn de aanschafkosten van elektrisch materieel hoger. Een emissieloze machine is gemiddeld 2,5 keer duurder dan de dieselvariant. De onderzoekers raden aan de kosten van de transitie te delen. Dat kan met subsidies. Baars: ‘Je moet overigens niet alleen naar de aanschafkosten kijken. Opladen is vaak minder duur dan diesel. Daardoor kan elektrisch materieel op termijn toch goedkoper zijn.’ In de aanbestedingen kan het RVB rekening houden met hogere kosten voor de huur van elektrische machines en met potentiële vertragingen (denk aan de winterstop). Nog een advies: ‘Bouw marges in zodat bouwers kunnen experimenteren met innovaties en een nieuwe manier van werken.’ Deze marges kunnen volgens Fronteer bestaan uit geld, tijd en ruimte voor falen.
Modulair bouwen
Bij het formuleren van de opdracht kan ook al rekening gehouden worden met uitstootvrije ambities. Moet je bijvoorbeeld per se heien? Of kan de fundering met elektrisch materieel geschroefd worden? En moet je afbreken met sloopkogels? Hergebruik scheelt natuurlijk materiaal, maar ook meteen uitstoot. Sloopkogels draaien nu nog alleen op diesel.
‘Vanuit duurzaamheid is de ontwerpfase essentieel’, stelt Baars. ‘We hebben als RVB een maatschappelijke verantwoordelijkheid om zo duurzaam mogelijk te ontwerpen. Door bijvoorbeeld modulair en prefab te bouwen in een fabriek kunnen we voorkomen dat er een betonwagen met een dieselmotor op de bouwplaats nodig is. In plaats daarvan kun je met een elektrische kraan de onderdelen als legoblokjes in elkaar zetten. We zijn samen met de sector aan het leren hoe we kunnen bouwen met zo min mogelijk stikstofuitstoot.’