Het dieptepunt in het aantal vergunde nieuwbouwwoningen werd bereikt in 2013, toen voor slechts 27 duizend woningen een vergunning werd afgegeven. Daarna nam het aantal vergunningen toe. In de periode 2017-2021 lag dit aantal gemiddeld rond de 68 duizend. Dat was nog altijd minder dan in de periode vóór de kredietcrisis van 2008/2009. Tussen 2000 en 2008 werd jaarlijks nog voor gemiddeld 80 duizend nieuw te bouwen woningen een vergunning verleend.
Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is een indicator voor het aantal woningen dat in de nabije toekomst zal worden gebouwd. De gemiddelde doorlooptijd vanaf vergunningverlening is circa twee jaar. Vergunningen voor woningtransformaties (het omzetten van niet-woningen, zoals kantoren, in woningen) zijn niet in de cijfers over de vergunde nieuwbouwwoningen opgenomen. Eerder meldde het CBS al dat er in 2021 bijna 69 duizend nieuwbouwwoningen aan de voorraad zijn toegevoegd.
Vergunde bouwkosten naar recordhoogte
De totale bouwkosten van de bouw en verbouw van woningen en bedrijfsgebouwen waarvoor een vergunning is afgegeven, stegen in 2021 met ruim 12 procent tot 22,1 miljard euro. Vanaf 2012, de start van de huidige meting, zijn de totale bouwkosten niet eerder zo hoog geweest. In de woonsector nam de vergunde bouwsom voor de bouw en verbouw van woningen in 2021 met bijna 15 procent toe tot 14,8 miljard euro. Hiervan is 12,5 miljard euro aan bouwkosten geraamd voor nieuwbouw en 2,3 miljard euro voor het verbouwen van woningen. Voor bedrijfsgebouwen namen de totale bouwkosten toe met bijna 8 procent tot zo’n 7,3 miljard euro.
De meeste vergunde nieuwbouwwoningen in Zuid-Holland
In Zuid-Holland werden in 2021 met ruim 19 duizend de meeste nieuwbouwwoningen vergund. Daarvan is 39 procent bestemd voor de verhuur. In Drenthe werden, met bijna 1,2 duizend nieuwe woningen, de minste nieuwebouwwoningen vergund. 17 procent daarvan is bestemd voor de verhuur. Dat is het laagste aandeel huurwoningen van alle provincies. Ook in Zeeland werden relatief veel meer vergunningen verleend voor koop- dan voor huurwoningen. Daar was 82 procent van de bijna 1,5 duizend vergunde nieuwbouwwoningen bestemd voor de verkoop.
De provincie Groningen had juist relatief veel vergunningen voor nieuw te bouwen huurwoningen. Het aandeel huurwoningen betrof 56 procent van de ruim 2,5 duizend vergunde nieuwbouwwoningen. Ook de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Gelderland zaten boven het landelijk gemiddelde van 35 procent vergunde nieuwbouw huurwoningen.