In de ‘duurzame verbouwing van Nederland’, die de komende jaren zijn beslag krijgt in de woningbouw, vervult de hybride warmtepomp een belangrijke rol. Zeker nu de aardgaskraan van Slochteren dichtgaat en we voor het Russische gas een alternatief moeten vinden vanwege de oorlog in Oekraïne. Een bijzondere loot aan die stam is de binnenwarmtepomp van Inventum Technologies, want deze heeft geen buitenunit maar zorgt wel voor verwarming, warm tapwater en ventilatie. Maar, zo zeggen Richard Vermeeren en Koen Verweij van Inventum Technologies, hij is echt niet voor ieder woning geschikt. Maar voor welke dan wel? Vermeeren en Verweij helpen daar een handje bij.
Door Harmen Weijer
Een binnenwarmtepomp, ook wel ventilatiewarmtepomp genoemd, werkt uitsluitend op ventilatielucht uit de woning, die mechanisch wordt afgezogen in keuken, badkamer en toilet. Naast mechanische afzuiging kan het systeem ook werken met mechanische inblaas, de balansventilatie. Waar bij de traditionele mechanische ventilatie box warme lucht direct naar buiten blaast, gebruikt de binnenwarmtepomp deze afgezogen, warme lucht als bron om energie uit te onttrekken en de woning te verwarmen. Daardoor gaat deze warmte niet verloren.
Het verschil met een lucht/water warmtepomp is dat er geen buitenunit nodig is en er dus buiten geen geluidsproductie is. De hybride binnenwarmtepomp draait wanneer er warmte gewenst is in de woning. Wanneer deze het niet alleen aankan, springt de cv-ketel als ondersteuning bij, al is dit alleen bij de echt koudere dagen in het jaar. In deze hybride variant is de cv-ketel nog wel nodig voor warm tapwater. Er zijn ook hybride oplossingen met een warm tapwater voorziening, waardoor de cv-ketel enkel ondersteunt op verwarming.
Naast hybride oplossingen heeft de binnenwarmtepomp ook all-electric modellen waardoor woningen gasloos gemaakt kunnen worden. Er is dan op koude dagen wel een elektrisch naverwarmingselement nodig voor zowel warm tapwater als ruimteverwarming. Echter door het hoge rendement van de warmtepomp is dit in energie verbruik minimaal gelijkwaardig aan andere warmtepomp oplossingen. Er wordt gebruik gemaakt van een elektrisch element omdat er niet onbeperkt ventilatielucht uit de woning onttrokken kan worden. Daarin worden de luchtdebieten conform bouwbesluit aangehouden zodat er niet teveel wordt geventileerd.
Niet voor alle woningen geschikt
“Belangrijk is dus dat onze binnenwarmtepomp niet voor alle woningen geschikt is”, legt Richard Vermeeren uit. “Daar zijn we van het begin af aan naar de opdrachtgever heel duidelijk in. Grofweg houden we aan dat de binnenwarmtepomp te gebruiken is in woningen met een woonoppervlak van tussen de 25 en 180 m2. Dan gaat het in nieuwbouw om zowel grondgebonden woningen als om gestapelde bouw.
In bestaande bouw gaat het veelal om grondgebonden woningen. En in de bestaande bouw moet er in ieder geval een mechanische ventilatie, – type C – of balansventilatie – type D – aanwezig zijn of worden aangelegd. Dat is voorwaarde nummer 1. Is dat er niet en komt het er ook niet, dan zijn onze warmtepompen niet geschikt, en verwijzen we graag door naar onze collega’s.”
Om opdrachtgevers in de bouwkolom te helpen in die keuze heeft Inventum Technologies een conceptenboek gemaakt welke binnenwarmtepomp past bij welke soort woning of appartement. Koen Verweij: “Waar je in het verleden met een cv-ketel vrij eenvoudig een keuze maken op basis van de CW-klasse, is de keuze en geschiktheid aan warmtepompen behoorlijk groot. Dan is dit conceptenboek voor projectontwikkelaars en woningcorporaties heel handzaam. Wij gebruiken deze informatie zelf al jaren, maar hebben het gebundeld in een boek voor de markt en nemen het mee in onze gesprekken die we met onze opdrachtgevers voeren.”
Proces
Verweij legt uit hoe dat proces met Inventum in zijn werk gaat. “Wij haken aan direct aan bij het eerste schetsontwerp door architect of ontwikkelaar. Dat is wel heel belangrijk want als we later in het proces zouden binnenkomen en er al van alles is getekend op het gebied van bijvoorbeeld schachten en ruimte-indelingen, dan is het vaak te laat voor aanpassingen. We kijken bouwkundig mee naar wat voor object het dus is. Ook de doelgroep is heel belangrijk: is het een woning voor sociale huur of gaat het om een 2 onder 1 kap? Want in sociale huurwoningen is de ruimte voor warmtepompen vaak beperkt, dus dat vraagt om compacte opstelling. We kijken ook mee naar warmtewerende oplossingen, omdat niet alle binnenwarmtepomp oplossingen de mogelijkheid tot koeling heeft. Maar in de berekeningen moet wel rekening worden gehouden met mogelijke warmteoverschrijving. Dat is ook bouwkundig op te lossen met bijvoorbeeld de zonoriëntatie van de woningen, het beperken van je glasoppervlak of met het maken van overstekken. Dat verwerken we allemaal in een schetsadvies, dat naar de opdrachtgever gaat. De volgende stap voor de opdrachtgever is dat er een BENG-berekening moet worden gemaakt. Die maken we niet zelf; dat doet een externe adviseur. Maar we controleren deze wel en we kijken me de opdrachtgever tezamen met de aannemer naar een zo optimaal mogelijke configuratie. Meestal werkt de opdrachtgever dit uit tot twee à drie scenario’s met ons en andere leveranciers. Daarop volgt dan uiteraard de beslissing.”
Tweede fabriek in Nederland
Inventum Technologies merkt dat Nederland volop bezig is met verduurzaming, want de verkoop van de binnenwarmtepompen gaat als een tierelier. “Ze zijn werkelijk niet aan te slepen”, zegt Vermeeren. “En dan mogen wij nog blij zijn dat we een eigen fabriek in Houten hebben, waardoor we een hoge leverbetrouwbaarheid hebben. Bovendien zijn we bezig met een tweede fabriek in Houten, die wordt naar verwachting in december geopend. Naast het meekijken in het voortraject, kijken we ook slim mee met planning van de bouwers in bouwprojecten. Als we bijvoorbeeld 40 warmtepompen in totaal moeten aanleveren voor een project, dan leveren we die niet in 1 keer aan maar in meerdere batches. De pompen worden namelijk niet alle 40 in 1 week in de woningen geïnstalleerd. Zo kunnen we meerdere klanten tegelijkertijd van dienst zijn.”
Behalve verwarmingsinstallateurs ziet Vermeeren ook dat steeds meer bedrijven uit de ventilatiesector zich gaan bezighouden met het installeren van binnenwarmtepompen. “Dat is zeker een trend op dit moment, en ook niet heel verwonderlijk. Bij een binnenwarmtepomp zitten de F-gassen in de pomp en gaan niet via leidingen naar buiten, Je hoeft dus niet STEK gecertificeerd te zijn voor de plaatsing en service van onze toestellen. Daardoor kunnen veel meer installateurs deze binnenwarmtepompen installeren. Dat vraagt een dag opleiding, maar dan kunnen ze ook hier in meehelpen. En dat is ook broodnodig, want om de klimaatdoelen in 2030 en verder te halen moeten we alles uit de kast halen, en hebben we iedereen nodig om woningen te verduurzamen”, aldus Vermeeren.
Serieuze uitdaging
Het afgelopen jaar is door zowel de oorlog in Oekraïne als de oplopende inflatie met bijbehorende hogere rente de verkoop van nieuwbouwwoningen in een flink dip geraakt. Vermeeren: “Dat merken we nu nog niet direct in de fabriek, want de doorlooptijden van projecten bedragen voor ons 2 à 3 jaar. De echte dip van de nieuwbouw gaan we merken in de loop van 2024 en 2025.”
Daarentegen liggen er grote kansen en uitdagingen in de bestaande bouw. Vanuit de overheid is aangegeven dat vanaf 2026 bij vervanging van de cv-ketel een hybride warmtepomp verplicht wordt. Dat wordt flink aanpoten de komende jaren, zowel in de productie als bij de installateurs.” Verweij vult hem aan: “Zeker als je weet dat we in Nederland rond de 8 miljoen huizen hebben, dat betekent dat als we iedere 20 jaar de cv-ketel moeten vervangen, we vanaf nu zo’n 400.000 cv-ketels jaarlijks moeten vervangen, waar vanaf 2026 bij een groot deel een hybride warmtepomp verplicht wordt. Dat is een serieuze uitdaging.”