Project: circulaire vernieuwing veegpost

Braaksma & Roos renoveert de bijna 100 jaar oude veegpost van de gemeentelijke reinigingsdiensten in Scheveningen. Dit is een bijzondere opgave vanwege het historische karakter van de locatie, maar vooral vanwege de grote ambitie van de gemeente om het complex zo veel mogelijk circulair te verbouwen tot groene en energie-neutrale werkplaats – de veegpost 2.0. Inmiddels is het ontwerp afgerond en wordt de uitvoering aanbesteed.

Met behoud van de bestaande opzet wordt een slimme zonering  en materialisering ontworpen waarbij het bouwblok écht benaderd wordt vanuit gebruik. Niet alleen van de medewerkers, maar ook van buurtbewoners; mens én dier. Het complex transformeert van een verouderde veegpost naar een toekomstbestendige groene werkplaats die past in de rauwe havencontext van Scheveningen.

Een hybride DNA

Het complex met de kenmerkende rode dakpannen heeft al een lange geschiedenis en is karakteristiek voor dit deel van Scheveningen. Honderd jaar geleden is de veegpost aan de Vissershavenstraat  als één van de eerste bouwblokken gerealiseerd in het ‘tussen’, het stuk land dat een onbebouwde scheiding tussen Scheveningen Dorp en Scheveningen Haven vormde. Een bijzonder gebied waarin bebouwing met verschillende karakters zoals industrieel, wonen en strand elkaar kruisen.

Een belangrijk uitgangspunt van het ontwerp was zo veel mogelijk hergebruik van het bestaande, waaronder het behoud van het typische havenkarakter van het historische bouwdeel; het rode-pannen gedeelte. Aanvankelijk werd er gerekend op een totale sloop-nieuwbouw, maar na een snelle studie bleek het rode-pannen-deel van het complex van bijzondere cultuurhistorische waarde. Het is opgezet als een langgerekt ‘station’ waar men vroeger de paarden van de veegwagens stalde en het hooi onder de houten kappen opsloeg. Ook nu wordt dit deel nog altijd gekoesterd door de buurtbewoners die het gebouw versieren met tegeltjes en groen.

Deze voormalige stallen maken van buitenaf gezien een gesloten indruk, maar die beslotenheid gaat veranderen. De dichtgemetselde gevelvlakken worden weer open gemaakt en ramen worden teruggeplaatst, het gebouw wordt transparanter en zachter van aard. De geveltuintjes die omwonenden hebben aangelegd worden gekoesterd. Het groene karakter wordt uitgebreid met de aanplant van vele bomen, struiken en klimplanten. Daarnaast worden er tonnen voor de opvang van regenwater geplaatst en beschikbaar gesteld aan de buurt voor de bewatering van de tuintjes.

Hout vervangt staal

De veegpost bestaat naast het historische bouwdeel ook uit stallingen, werkplaatsen en een kantoorgedeelte. Deze zijn ruwer en industriëler van aard en ondergaan een rigoureuze transformatie; de veegpost maakt verbinding. Gesloten bakstenen muren worden vervangen door groen, en de dichte straathoek bij de Reepstraat wordt opengebroken en nodigt straks uit tot ontmoeten en verblijven.

De stallingen met stalen draagconstructie waren bij aanvang van de opgave in zeer slechte conditie door het harde zeeklimaat. Het oogsten van materialen uit deze bouwdelen werd door deze aantasting erg lastig. De stalen constructie wordt vervangen door een circulaire, weersbestendige houten variant. De stallingen worden verhoogd ten behoeve van de nieuwe elektrische voertuigen. Met ruim 160 zonnepanelen zorgt het dak van de stalling ervoor dat alle gebouw-gebonden energie duurzaam opgewekt wordt. Daarnaast is de rest van het dak al voorbereid op mogelijk toekomstige uitbreiding van de zonnepanelen. Om energie te besparen is de thermische schil van de bouwdelen verbeterd met isolatie en nieuwe overheaddeuren. De nieuwe duurzame verlichting en ventilatie worden slim geschakeld met sensoren om onnodig verbruik tegen te gaan.

Cortenstaal

Ook het kantoor gedeelte wordt duurzaam van energie voorzien middels warmtepompen en is 100% gasloos. De gevel van het kantoor aan de Vissershavenstraat is karakteristiek, in goede conditie en blijft behouden. De rest van het kantoor wordt vernieuwd en circulair en biobased opgebouwd met een grotendeels houten constructie. De kantoorgevel wordt bekleed met een patroon van cortenstalen leien, uitgevoerd in dezelfde schaal en richting als de rode pannen van het historische bouwdeel. Het rauwe staal refereert aan het utilitaire DNA van de locatie en toont met geleidelijke verwering en bijbehorende kleurverandering  de invloed van het zeeklimaat. Om dit klimaat aan te kunnen zijn dikkere leien gebruikt die decennialang mee kunnen. Aan de zijde van het binnenterrein is het staal geperforeerd zodat de kantoren op de verdieping zicht houden naar buiten.  Daarnaast geven de perforaties ook toegang tot de nestkasten die er achter geplaatst zijn. De begane grond heeft een open karakter; zonwering en hemelwaterafvoeren zijn in het ontwerp van de gevel geïntegreerd.

Afvalmaterialen

De blinde hoek tussen de Reepstraat en de Hoekerstraat wordt opengebroken voor een groene verblijfsplaats. Hier komt een stalling voor fietsen van werknemers en er wordt een plantsoen aangelegd met zitplekken voor omwonenden of werknemers in hun pauze. De blinde muur langs de Reepstraat wordt aangepast om beter aan te sluiten bij het niveau van de omliggende bebouwing. Daarnaast wordt het selectief gesloopt om zo veel mogelijk planten met een hoge voedingswaarde voor dieren te kunnen plaatsen. Delen van het metselwerk worden tot op zithoogte uitgezaagd. Het resultaat is een lange verdiepte muur vol groene begroeiing, afgewisseld met schanskorven waarin afvalmaterialen zoals beton, bakstenen en dakpannen gemengd worden met zakken teelaarde. De verdiepte muur is bekleed met latten zodat planten zich goed kunnen hechten. De cortenstalen dakrand functioneert als grote omlijsting voor de planten op de buitenste rand van het dak. Regenwater wordt opgevangen in grote buffervaten en gebruikt voor de beregening van de planten in de gevel en de wasplaats van de veegwagens. Het gebruik van drinkwater wordt hiermee aanzienlijk verminderd.

Hergebruik hout

Het groen voorziet ook in schaduw en verkoeling van de  aangrenzende ruimtes . De bomen op het binnenterrein zijn geplant in cortenstalen bakken langs de historische bebouwing. Het uitgezaagde metselwerk van de Reepstraat wordt hergebruikt om het natuurlijk terreinverloop op te lossen. Gebouwd op een duin ligt het vloerniveau aan de ene zijde bijna een meter hoger dan aan de andere zijde. In het midden van deze lange gevel is een oude toegangspoort die nauwelijks gebruikt wordt. Aan de binnenzijde van deze toegangspoort wordt nu een verbinding tussen de twee bestaande bouwdelen gemaakt en vormt een deel van de kantine. De inrichting wordt zo veel mogelijk uitgevoerd in hout, waarbij de houten vloerbalken uit een ander project (de Titaan in Den Haag) circulair zijn hergebruikt als akoestische plafonds. De bestaande bestrating uit de stallingen wordt hergebruikt voor de vloer in de kantine. Deze geglazuurde stenen (Scoria bricks) hebben een licht blauw-grijze tint en geven de kantine een ‘buiten-gevoel’ en een eigen identiteit ten opzichte van het bestaande deel. Door de transparante uitstraling aan het binnenterrein blijft het ondergeschikt aan de historische bouwdelen. De oude poort wordt vervangen door een cortenstalen scherm, dat aan de buitenzijde het karakter van de poorten heeft maar gedeeltelijk transparant is. Het scherm wordt geperforeerd met een afbeelding die de medewerkers van de veegpost verbeeldt.

Blijf op de hoogte
Scroll naar boven