Bouwen met meer biogrondstoffen, scherpere eisen voor de duurzaamheid van nieuwbouw en het verminderen van de CO2-uitstoot bij het maken van bouwmaterialen. Het kabinet gaat de aankomende jaren veel meer doen om groener te bouwen. Dat stelt minister De Jonge (Volkshuisvesting & Ruimtelijk Ordening) mede namens minister Adema (Landbouw) en staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur) in een brief aan de Tweede Kamer. Een experiment om op 13 landbouwgronden, biogrondstoffen zoals hennep, olifantsgras, en vlas te laten groeien en ontwikkelen tot bouwmaterialen is het concrete startschot van de wens van het kabinet.
Minister De Jonge: “De bouwopgave is groot, de verduurzamingsopgave ook. Om die twee hand in hand te laten lopen moeten we de CO2-uitstoot in de hele bouw terugdringen. Biobased bouwen en verbouwen is daarom heel kansrijk, voor de bouw maar ook voor de boer.”
Subsidies en groene eisen
Om ervoor te zorgen dat groen bouwen niet blijft bij een wens maar werkelijkheid wordt, moet de manier waarop gebouwd wordt, worden aangepast. Dat wordt gedaan door middel van een hogere milieuprestatie-eis en subsidies voor het milieuvriendelijk isoleren.
Groen bouwen met de boer
Naast de eisen, komt er meer ruimte voor nieuwe samenwerkingen, en ruimte voor innovatieve boeren: vanaf 1 januari 2023 start de overheid via het project Building Balancemet het subsidiëren van experimenten met biogrondstoffen in 13 field labs. Op die 13 plekken worden biobased grondstoffen zoals hennep, vlas en olifantsgras geteeld, verwerkt en toegepast om bouwmaterialen van te maken. Tijdens het proces wordt onderzocht hoe de teelt van de grondstoffen tot toepassing zoals isolatie, zo goed mogelijk uitgevoerd kan worden.
Het experiment Building Balance loopt in 2023-2024 en krijgt een financiële rijksbijdrage van € 1,8 miljoen.