Het bouwen van huizen duurt jaren. Het kan sneller, zo blijkt uit de aanbesteding van 2.000 flexwoningen in september. Begin maart komen de eerste woningen al uit de fabriek. ‘Leveranciers staan te trappelen om ze te maken.’
‘Het Rijksvastgoedbedrijf kreeg in het najaar van 2021 al de opdracht om te ondersteunen bij het zoeken naar locaties voor huisvesting van statushouders. Zo’n 16.000 statushouders zitten vast in asielzoekerscentra en die zouden woningen moeten krijgen. De druk was dus al hoog’, zegt Petra Meijboom van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Zij is kwartiermaker huisvesting aandachtsgroepen en statushouders. ‘Daar kwam de Oekraïnecrisis in februari bij en vervolgens de problemen in Ter Apel. De urgentie om statushouders te laten uitstromen naar woningen nam alleen maar verder toe.’
Kickstart
In de zomer gaf Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, het RVB daarom de opdracht de aanbesteding van 2.000 flexwoningen te organiseren. Daarmee zou heel snel de druk verminderd kunnen worden. De flexwoningen worden vervolgens door het RVB geleverd aan woningbouwcorporaties en soms aan gemeenten. ‘De aanbesteding is gericht op snelheid. We willen graag dat bedrijven de productielijnen uitbreiden. En de leveranciers staan te trappelen om ze te maken. Dan is het belangrijk om te laten zien dat ze worden afgenomen. Met de aanbesteding geven we de markt een kickstart’, zegt Meijboom. ‘De bedoeling is dat flexwoningen naar statushouders en lokale spoedzoekers gaan. Over de uitwerking hiervan gaan de gemeenten. In sommige gemeenten zijn spoedzoekers vooral studenten en gescheiden vaders. Elders dak- en thuislozen of mensen die uit de jeugdzorg of een PI (penitentiaire inrichting, red.) komen. Mochten er flexwoningen overblijven, dan wil het COA ze kopen voor statushouders. We gaan ervan uit dat alle flexwoningen nuttig gebruikt zullen worden. Er is vraag genoeg.’
Aanbesteding op snelheid
Terwijl het RVB snel met de aanbesteding aan de slag ging, zochten gemeenten en woningcorporaties tegelijkertijd naar geschikte locaties. De Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting (ingesteld door minister De Jonge) ondersteunt daarbij. ‘Gebruikelijk is dat de gemeente eerst een locatie selecteert. Dan komt de corporatie in beeld en worden ruimtelijke procedures doorlopen en pas daarna kun je beginnen met plaatsen van flexwoningen. Nu lopen de processen parallel. Zo kun je tijd winnen’, zegt Wouter Braam van het RVB. Samen met zijn collega’s heeft hij de aanbesteding ‘met stoom en kokend water’ uitgevoerd. ‘Meestal kost een aanbesteding een tot twee jaar. Nu moest alles in een half jaar gebeuren. We hebben avonden en weekenden doorgewerkt om het rond te krijgen.’
Concurrerende aanbiedingen
Snelheid staat ook in de eisen voor de aanbesteding centraal. Braam: ‘De opdracht is gegund op levertijd. Hoe sneller een bedrijf kan leveren, hoe meer kans op de opdracht. Het gaat om 42 percelen met 48 woningen per perceel. Begin maart wordt het eerste perceel al geleverd en de laatste percelen begin augustus. Dat is heel snel. Het productieproces is niet te vergelijken met reguliere woningbouw. De woningen komen uit de fabriek als module of als bouwpakket.’ De flexwoningen zijn 15 tot 60 vierkante meter groot en hebben een levensduur van 50 jaar.
Braam heeft veel aandacht besteed aan voorlichting aan de marktpartijen. ‘Deze bedrijven werken vooral op basis van offerte. Belangrijk is om uit te leggen dat een aanbesteding anders werkt. De inschrijvingen luisteren heel nauw, ze moeten bijvoorbeeld op tijd en volledig zijn. Wij moeten ze namelijk goed kunnen vergelijken. Door de aanbesteding hebben we concurrerende aanbiedingen gekregen, het maakt voor de prijs natuurlijk nogal verschil of je 50 of 1000 woningen bestelt.’ Negentien bedrijven hebben ingeschreven. Op 6 december zijn de opdrachten definitief gegund aan negen bedrijven. Door samenwerkingen aan te gaan, konden ook kleine bedrijven meedingen.
Leerervaring
Komend voorjaar worden de eerste flexwoningen geplaatst. ‘Gewoonlijk duurt het twee jaar tot drie jaar om flexwoningen te laten realiseren. Het spannendste blijkt het vinden van locaties’, zegt Meijboom. ‘De aanbesteding parallel aan het zoeken naar locaties zou een versnelling moeten opleveren. Samen met mensen die vaker flexwoningen hebben neergezet, heeft het RVB een handboek opgesteld voor gemeenten. Een soort stappenplan waarin staat hoe je de keten kunt versnellen.’ Meijboom hoopt dat de opgedane ervaringen en de samenwerking tussen de Taskforce, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Aedes (vereniging voor wooncorporaties), gemeenten en corporaties de woningbouw in Nederland zal versnellen.