Het college van Gedeputeerde Staten was vrijdag 11 februari op werkbezoek bij 2 circulaire projecten in Amsterdam.
Op de voorlaatste dag van de week van de circulaire economie zette commissaris van de Koning Arthur van Dijk goedgemutst een bouwhelm op. Het was al een tijd geleden dat hij met een groot deel van het college op pad was geweest. “1,5 jaar tot 2 jaar denk ik”, zei hij. “Dat heb ik gemist, want juist door veel naar te buiten te gaan, proef je wat er speelt in de provincie.”
Samen met gedeputeerden Zita Pels, Ilse Zaal, Jeroen Olthof en Edward Stigter liet Van Dijk zich rondleiden op het Centrumeiland (IJburg). Hier worden ruim 1.500 woningen gebouwd, waarvan 70% zelfbouw. Het thema van het bezoek was de circulaire (bouw)economie en hoe deze bijdraagt aan een versnelling van de woningbouwopgave en de klimaatdoelstellingen. Het stimuleren van circulair bouwen is een van de doelen uit de Actieagenda Circulaire Economie 2021-2025 van de provincie.
Aan een hijskraan
Toeval of perfecte timing? Kort nadat de commissaris en de gedeputeerden op veiligheidsschoenen en in fluorescerende hesjes de bouwplaats betraden, zagen ze voor hun ogen dat de provincie Noord-Holland er een duurzame woning bij kreeg. Het huis kwam uit een fabriek in Uden en bungelde hoog aan een hijskraan.
Om 11.46 uur werd de wiebelende woning met de grootste voorzichtigheid in het gebouw getild. Terwijl mobieltjes de lucht ingingen, begeleidden 6 bouwvakkers het spectaculaire precisiewerkje. Ze zorgden met handen en spanbanden dat het puzzelstuk precies goed ‘viel’. Lego voor gevorderden.
Welkom bij Juf Nienke, een project van 61 volledig houten, modulaire, circulaire huurwoningen. Ze zijn bedoeld voor leerkrachten, zorgpersoneel en andere maatschappelijke beroepen. De behoefte is enorm, want het gebrek aan (passende) woonruimte veroorzaakt een flink personeelstekort in deze sectoren in Amsterdam.
In hout gebouwd
Juf Nienke wordt volledig circulair, natuur-inclusief en energiepositief en is daarmee een van de meest duurzame woongebouwen van Amsterdam. “Doordat het gebouw bijna helemaal in hout is gebouwd, wordt er met de woningen ruim 580.000 kg CO2 opgeslagen”, vertelde Sasja Feenstra, projectleider bij ontwikkelaar Dokvast. Ze moest moeite doen om boven het geluid uit te komen van klapperende plastic ramen en achteruitrijdende bouwvoertuigen.
Na de ontvangst met koffie en slagroompunten voerde het gezelschap een open gesprek over de grote woonuitdagingen die er liggen. Over bouwen tussen 2 vuren: enerzijds het klimaat, anderzijds de woningnood. Over grondprijzen, procedures, tijd, snelheid en kosten. Over ontwikkelaars die willen doorpakken met duurzaam en circulair bouwen, maar ook aanlopen tegen wet- en regelgeving. Over hoe dit type projecten vaak nog voor veel onzekerheid zorgen voor een ontwikkelaar.
En over een traditionele woningmarkt die een geoliede machine kan worden waar woningen soepel uit fabrieken kunnen rollen. Dat klinkt misschien niet aantrekkelijk, maar zorgt voor veel materiaal- en klimaatwinst. Juf Nienke laat zien dat het resultaat weldegelijk attractief is. Na het gesprek volgde een rondleiding over de bouwplaats en door een circulaire woning.
Op de Zuidas
Eerder op de dag bezocht het college van GS platform Circl op de Zuidas. Dit paviljoen is door ABN AMRO gecreëerd om kennis over circulariteit te delen en klanten daar goed over te kunnen adviseren. Het gebouw werd volgens duurzame en circulaire principes gebouwd. Zo is Circl energiezuinig en demontabel ontworpen, om zo min mogelijk impact op de planeet te hebben. Veel gebouwonderdelen hebben al een leven gehad.
“We wilden de week van de circulaire economie goed afsluiten door nader onderzoek te doen”, blikte Van Dijk terug. “Dat is gelukt. Dit was een geslaagd bezoek. Het is mooi om hier op IJburg te zien hoe op een nieuw stuk grond modulair gebouwd wordt. In de lijn ‘luisteren, praten en beslissen’ was dit werkbezoek er een in de categorie ‘luisteren’. Zo hoorden we dat regels nodig zijn zodat mensen weten waar ze aan toe zijn. En ook dat het voor ontwikkelaars een uitdaging is om vanuit een oud patroon ‘het nieuwe’ te ontwikkelen. Het is goed om die informatie als college op te halen. Naar buiten, proeven en ervaren; daar leren we van en daarmee kunnen we verder.”